BLOG — Vanmiddag vond de NVLJ-persbijeenkomst plaats in Den Haag met landbouwwoordvoerders CDA, CU, D’66, PvdA, SP en VVD. Een interessante bijeenkomst op de vooravond van de Tweede Kamer-verkiezingen.
Op de terugweg naar Friesland had ik alle tijd om de diverse standpunten, onderwerpen, meningen en visies nog eens rustig de revue te laten passeren. Nadenken over de rol van de politiek in ons land. Volksvertegenwoordigers zijn het, die we elke vier jaar kiezen om het land te besturen. Mensen die wij als kiezer ons vertrouwen geven om onze standpunten te vertegenwoordigen en het beleid daarop te sturen.
Als het gaat om landbouw, dan vraag ik me oprecht af of dat daar wel in goede handen is. Ik ging er altijd vanuit dat de politiek er was om kaders te scheppen en doelen te stellen, de middelen waarmee die doelen worden bereikt, dat is aan sectoren zelf, of het nu gaat om zorg, onderwijs, transport, landbouw etc. Maar het is gewoon te veel. Je kunt niet van al die thema’s verwachten dat die 150 mensen alle voors en tegens afwegen. Bovendien, stemmers kiezen veelal op basis van emotie en op dat ene moment, niet op basis van visie voor langere termijn, laat staan op basis van wetenschappelijke onderbouwingen en getoetste feiten. Want in de jacht om de kiezer worden die ook maar al te makkelijk aan de kant geschoven.
De schrik vliegt je om het hart als de vertegenwoordiger van de SP zegt dat het hem niet gaat om het verdienen van een goede boterham. Als arts ging het hem naar eigen zeggen ook niet om het feit dat hij daarmee zijn inkomen verdiende, nee, de patiënt stond centraal.
Nou, die koe of dat varken staat bij die boer niet minder centraal. Maar zonder de juiste middelen om zijn bedrijf te runnen, kan hij helemaal niets met die aandacht voor het dier. En dus moet er geld op de plank komen. Hoe (bulkproductie voor export of bedienen van een lokale niche), dat bepaalt de boer als het goed is zelf, mits hij zich houdt aan de wettelijke kaders die door de politiek zijn geschetst.
Maar nee, de hedendaagse politiek gaat af op het sentiment van de consument. Die wil de koe in de wei en het kalf bij de koe. “Je haalt een kind toch ook niet bij de moeder vandaan?”, beargumenteert de SP. En dus komt er een wet die de koe in de wei houdt en wordt onderzocht wat de mogelijkheden zijn voor het verplichten van het kalf bij de koe. Want dat is wat de samenleving wil. Wat de samenleving wil? Zijn boeren dan geen deelgenoot van die samenleving? Nee dus, want het is verkiezingstijd en elke stem telt. En die boeren, dat is in aantal nog slechts een marginaal deel van onze samenleving, dus daarin hoef je zo lijkt het niet veel energie te stoppen. Die moet je gewoon vertellen hoe hij moet boeren en het liefst dan ook nog regelen welke prijs hij voor het onder die voorwaarden geleverde product mag krijgen.
De dag was zo mooi begonnen. Met de video van de Amerikaanse minister van Landbouw waarin hij de Amerikaanse samenleving opriep de agrarische sector eens te bedanken. “Minder dan 1 procent van de bevolking zorgt er elke dag weer voor dat wij voldoende en veilig voedsel eten. Maar dat niet alleen. Omdat die minder dan 1 procent van de bevolking zich daarvoor inspant, hoeven wij niet meer op de knieën om ons eigen voedsel te verbouwen. En dat levert ons als burgers nog iets veel mooiers en waardevols op: vrijheid. De vrijheid om te worden wat we willen, te gaan en staan waar de kansen liggen. En daarvoor mogen we die minder dan 1 procent van de samenleving dankbaar, heel dankbaar zijn.”
Een eerlijke prijs voor agrarische producten, zou al een mooie erkenning zijn. Alle politieke partijen zeggen daarnaar te willen streven. Maar dat is niet wat de samenleving wil. Immers die heeft bewezen dat ondanks alle eisen voor dierwelzijn en duurzaamheid, voedsel toch vooral niet duurder mag worden. En de samenleving, dat zijn blijkbaar die ander 99 procent van de mensen in een land en die leveren, al dan niet gestuurd door emotie, toch heel wat makkelijker stemmen op dan de agrarische sector. Ook al levert juist die sector een substantiële bijdrage aan onze welvaart, niet in de laatste plaats doordat we al een aantal jaren op rij de tweede grootste exporteur van de wereld zijn. Het gaat immers niet om een inkomen, behoud van banen, veilig voedsel, duurzaamheid, innovatiekracht, exportpositie, milieu, dierwelzijn, natuurbehoud, landinrichting ….
En dan vragen ze zich Den Haag nog af waarom de stoppersregelingen worden overtekend, steeds meer boeren weer emigratie overwegen en jonge boeren toch het ouderlijk bedrijf maar niet overnemen.
Kiezen wordt er niet makkelijker op in een complexe samenleving als de onze. Hoe dan ook ben ik blij dat we in een land leven waar geen enkele partij de absolute macht heeft. Dankzij de vorming van coalities houd ik hoop dat de emotie van de verkiezingstijd in balans wordt gebracht door de ratio van de onderhandelingsperiode.
Jacqueline Wijbenga