Afgelopen woensdag 11 juni sprak Dick Veerman, oprichter van Foodlog, zijn Landbouwrede uit. Hij deed dat voorafgaand aan de uitreiking van de prestigieuze Gouden Grepen, de prijzen voor de beste agrarisch journalistieke producties van 2024. Georganiseerd door de Nederlandse Vereniging voor Landbouwjournalistiek (NVLJ). Veerman signaleert dat het in de ‘brede samenleving een puinhoop is’ en hield een vlammend pleidooi voor vernieuwing van onderaf.
Volgens Veerman is het hoog tijd dat we erkennen wat boeren al lang voelen: de samenleving piept en kraakt. Maar juist boeren – die dagelijks balanceren tussen natuur, markt en beleid – kunnen het fundament leggen voor herstel. “Onze democratie, onze samenleving is een klerezooi,” opende hij, ongezouten maar doelbewust. “Wie de wereld bekijkt door de bril van een politiek filosoof, ziet chaos.” Veerman stelt dat onze democratie vastgelopen is in technocratische juridische regels, die de menselijke maat verdringen. Herstel van vertrouwen en zeggenschap begint volgens Veerman niet bij de grote koepels als LTO, FNLI (levensmiddelenindustrie) of CBL (supermarkten), maar bij mensen in de keten zelf. Boeren, burgers, bedrijven: samenwerkingsverbanden die elkaar weer durven vertrouwen en verantwoordelijkheid nemen. “Zij moeten de kar trekken. De verbeelding van de toekomst moet van onderaf komen, want de politiek is stuk. Mensen moeten eerst hun onderlinge relaties herstellen.”

‘Landbouwsysteem zit muurvast’
Veerman verweeft zijn rede met filosofische inzichten, maar raakt tegelijk de zenuw van vandaag. Niet alleen de boer is boos, ook de burger is het zat. Het landbouwsysteem zit muurvast en stikstof is slechts een van de vele blokkades. “De burger stemt op Wilders uit frustratie, maar vindt daar geen oplossingen. De politiek hapert, kabinetten vallen, coalities mislukken nog voor ze beginnen. We zijn verdwaald in de moderniteit,” stelt Veerman. In een treffend schema laat hij zien hoe we gevangen zitten in een spinnenweb van uitdagingen: een richtingloze overheid, internationale marktdruk, klimaatrisico’s, ideologische polarisatie, activistische wetenschap, verdwijnende zingeving en bedrijven die verlamd raken onder publieke verontwaardiging.

De boer als kanarie
In die wirwar van problemen zijn boeren de eerste die het voelen. “Ze zijn de kanarie in de kolenmijn van onze tijd,” zegt Veerman. “De boer staat in het volle zicht van de samenleving en krijgt alle natuur- en milieudoelen tegelijk over zich heen.” Als de overheid geen uitweg biedt, moeten burgers, ketenpartners en regio’s het heft in eigen hand nemen. Die ‘onderheid’, een term die Veerman bewust naast de ‘overheid’ plaatst, kan verandering van binnenuit realiseren. “Want juist via landschap en voedselproductie, dicht bij mensen, kunnen we de samenleving opnieuw verbinden.”
Halverwege zijn vlammend betoog richt Veerman zich tot de aanwezige landbouw- en voedseljournalisten: “Het is jullie vak om – met meer kennis dan de algemene media – te laten zien hoe het voedselsysteem werkt, en hoe we het kunnen omvormen tot iets wat klopt met wat mensen willen. Zó dat het sociale weefsel zich kan herstellen.”

Zeven opdrachten voor de journalistiek
Hij gaf zijn gehoor dan ook zeven opdrachten mee als richtingaanwijzers voor een journalistiek die mensen helpt zich te oriënteren in een verwarrende wereld:
- Laat het systeem zien – toon hoe structuren werken én vastlopen.
- Help burgers oordelen – over de waarde van het agrofoodcluster en hun eigen plek daarin.
- Laat de boer zien als kanarie – zijn worstelingen zijn vroege signalen van bredere problemen.
- Laat zien dat de politiek stuk is – en dat het politieke handelen nog onvolwassen is.
- Toon onze verdwaling in de moderniteit – en hoe die verlamming veroorzaakt.
- Breng de regio in beeld als hoopvolle kracht – daar kunnen boeren, burgers en bedrijven samen een nieuwe democratie bouwen.
- Maak duidelijk dat na OVO en GLB de keten aan zet is – samenwerking in de praktijk is de toekomst, niet de instituties van gisteren.
De wereld wil leren van ons
Veerman eindigde zijn rede hoopvol. “Nederland is een rijke delta, georiënteerd op handel en niet op macht. We hebben unieke competenties op het gebied van voedselproductie, natuurbeheer, en ondernemend denken. De wereld wil straks leren van ons. Maar dan moeten we die kracht wél bouwen op waarden van onderop.” Die waarden? “Schoon, gezond, circulair, bodemverbeterend, integraal, optimaal in plaats van maximaal, diervriendelijk – in een landschap dat mooi en divers is.”
