“Als je regeneratieve landbouw inzet om de doelen van 2030 en 2035 te halen, stort je Nederland in een roekeloos avontuur.” Dat zei Ruud Tijssens tijdens het uitspreken van de Landbouwrede. Gehouden tijdens de uitreiking van de Gouden Grepen, de prijzen van de beste journalistieke verhalen georganiseerd door de Nederlandse Vereniging van Land- en tuinbouwjournalisten (NVLJ). De doelen van morgen moeten volgens vooral met technologie worden gehaald. Zodat de land- en tuinbouw tijd krijgt om de noodzakelijke en gewenste omslag naar duurzamer boeren te kunnen maken.
“Waar zit ik naar te kijken? Wat hoor ik allemaal.” Zo begon Ruud Tijssens, directeur publieke en coöperatieve zaken van Agrifirm, zijn Landbouwrede. “Ik kom op veel plekken en heel vaak valt de term transitie of liever nog: radicale transformatie van de landbouw. Omarm de chaos, dat soort kreten. Dat is de werkelijkheid van vandaag in Nederland.” Een werkelijkheid die wel schril afsteekt tegen andere gebieden in de wereld waar dit geluid nauwelijks doorklinkt. “Ik sprak onlangs iemand in Brazilië die zich afvroeg of we gek waren geworden hier in Nederland, in West Europa.”
Tijssens ziet in de door hem geschetste Nederlandse werkelijkheid twee lijnen. De eerste lijn is die van ongemak en onbehagen. Over hoe de moderne landbouw functioneert in relatie tot waterkwaliteit, emissies, biodiversiteit etc. Maar óók over het onvermogen om als maatschappij, als politiek een systeemverandering teweeg te brengen. “Een bocht te maken die nodig lijkt te zijn”, aldus Tijssens. Hij signaleert dat dat onbehagen diep zit. Ook in de wetenschap. “Ik kom veel wetenschappers tegen die alarmistisch taalgebruik hanteren. Die vol ongeloof zijn over de geringe moeite die gedaan wordt om fundamentele veranderingen teweeg te brengen.” Zelf denkt Tijssens dat die ‘bocht’ gemaakt moet worden. Hij maakt zich zorgen over het klimaat, de ontbossing en het verlies aan biodiversiteit. In dat verband wijst hij op een prognose van de FAO dat de mondiale vraag naar dierlijk eiwit tot 2050 met 60% zal stijgen. “Dat kan echt niet. Mondiaal zijn er zeker mogelijkheden voor meer productiviteit, maar we móeten de discussie aangaan om een deel van het dierlijke eiwit te vervangen door plantaardig eiwit.”
Tsunami aan regelgeving
De 2e lijn die de Agrifirm-directeur ziet is dat boeren helemaal klaar zijn met de ‘tsunami aan regelgeving’ zoals hij het noemt. Een gevolg van ophopende middelsturing om zo te proberen de doelen te halen. Tijssens hoopt dat het Landbouwakkoord de breed gewenste omslag naar doelsturing mogelijk gaat maken. Steeds meer regelgeving leidt tot hogere kosten, maar geen hogere opbrengstprijs. “In 1960 bracht een doosje van 6 eieren €3 op. Nu nog steeds €3, terwijl als je alleen al inflatiecorrectie zou toepassen, dat doosje €23 zou moeten opbrengen. De landbouw heeft dit mogelijk gemaakt door efficiëntieverbetering en schaalvergroting. Dat heeft welvaart gecreëerd, maar nauwelijks richting de boeren. Die zijn nu allemaal zwaar gefinancierd.”
Roekeloos avontuur
Tegen de achtergrond van die twee lijnen ziet Tijssens de discussie verlopen over twee assen. De eerste is de ‘Het-Moet-Anders-as’. Natuurinclusieve landbouw, Agro-ecologische landbouw, regeneratieve landbouw of biologische landbouw; al die termen worden gehanteerd. “Met dat andere systeem moeten we de doelen qua water, biodiversiteit, emissies etc. realiseren in 2030/2035.” Tijssens vindt dat wensdenken. “Ik ben een enorme voorstander van het verduurzamen van de landbouw naar een meer regeneratieve manier van werken. Maar daarmee gaan we de doelen van 2030/2035 niet halen. Als je het gedachtengoed van regeneratieve landbouw gebruikt om de NPLG-doelen te halen stort je Nederland in een roekeloos avontuur!”
2035 is morgen
Tegen die achtergrond introduceert Tijssens zijn tweede as, namelijk die van de technologie. “2030/2035 is morgen. Als landbouw moeten wij die doelen van morgen realiseren en er is voldoende technologie om dat te realiseren. We hebben voor hetere vuren gestaan; het kan!” Deze tweede as past in het advies dat Tijssens vorig jaar juli aan LNV heeft gegeven als kwartiermaker voor het Regieorgaan Innovatieve Stal- en Bedrijfssystemen. ‘Versnellen van innovatie voor een toekomstbestendig agrarisch Nederland’ was de titel van het rapport dat door LNV volledig is omarmd en heeft geleid tot een regeling waarbij via zogenoemde regionale fieldlabs die innovaties kunnen worden aangejaagd.
Ondersteun regeneratieve boeren
Maar Tijssens ontpopte zich hiermee niet als technologische innovatiepaus. Hij pleitte ervoor om ‘ruimhartig’ om te gaan met boeren die de omslag naar regeneratief boeren maken of gaan maken. “Zet vol in om dat soort bedrijven te ondersteunen! Hoe werkt het economisch, juridisch, maatschappelijk?” Tijssens bedoelt met ‘ruimhartig’ dat boeren die de overstap maken naar een meer regeneratieve landbouw meer financiële risico’s lopen. En dat het gepaard gaat met een lagere productie. “Zowel publiek als privaat moet je die boeren ondersteunen.” Waarbij Tijssens overigens niet de algemene aanname aanhangt dat de overstap naar regeneratieve landbouw leidt tot een lager financieel saldo. “Ik moet nog zien of dat echt zo is. Dat is voor mij nu een van de belangrijkste vraagstukken!”
De Agrifirm-directeur besloot zijn Landbouwrede met de oproep aan het verzamelde journaille te beseffen dat ‘de opgaven voor Agrarisch Nederland mega zijn.’ “En jullie zijn getuige van dat proces; gebruik het goed. Er zijn boeren die veel lef hebben en stappen kunnen en durven te zetten. Maar er zijn óók boeren die het niet weten. En gewoon blijven ploegen omdat ze dat kennen en kunnen.”
Afsluitend aan de Landbouwrede werden de 7 Gouden Grepen uitgereikt, dit zijn de prijzen voor de beste landbouwjournalistiek in 2022.